reportage Fijen BV is een van de weinige Nederlandse bedrijven die de stap hebben gewaagd
ERBIL, BAGDAD – “Het grote verschil met Nederland? Hier, in Irak, staan minder vissers aan de vijver”, zegt René Fijen. De directeur van Fijen BV, een Nederlands bedrijf dat werkt in de weg- en verkeersveiligheid, is opgetogen. Hij komt net uit een gesprek met de Iraaks-Koerdische minister van transport, waarin zijn plan voor het opzetten van openbaar vervoer in de twee grootste steden in de Koerdische regio positief is ontvangen.
Fijen hoopt op een snelle beslissing, zodat het miljoenenproject over een half jaar kan beginnen. Daarbij zorgt de Koerdische overheid voor het aanpassen van de wegen met busbanen en -haltes. Fijen levert en betaalt de bussen, de kennis, de werkplaats en de praktische uitwerking. Nu verplaatst men zich in Iraaks Koerdistan met taxi’s en minibussen. “Om onrust te voorkomen willen we de chauffeurs van die minibussen inzetten.”
Zijn bedrijf is al twee jaar bezig in deze veilige regio van Irak, en levert de zwart-gele verkeersdrempels waarmee de regio vol ligt, en wegreflectoren op zonne-energie. Fijen BV is een van de weinige Nederlandse bedrijven die de stap hebben gewaagd. Toch is er een grote markt voor het Nederlandse bedrijfsleven. In deze recessietijd kent Koerdistan juist economische groei. Het is de poort naar Irak, de doorvoerroute naar Azië. Vorig jaar werd er voor 5 miljard dollar geïnvesteerd in de regio, met de Amerikanen, Britten, Duitsers en Zweden in de top-10 van buitenlandse investeerders.
Nederland heeft van Irak een ‘focusland’ gemaakt. Het ziet mogelijkheden voor het bedrijfsleven in de landbouw, energie, infrastructuur en water. In de Koerdische hoofdstad Erbil biedt het ambassadekantoor informatie en contacten, informeert over obstakels en juridische zaken. Het hoofd van dat kantoor, Jeroen Kelderhuis, begeleidt handelsmissies en gaat mee naar de ministeries – zoals hij met René Fijen zojuist de minister bezocht.
“Alles hangt hier op de contacten”, zegt Fijen, “zonder kom je zo’n ministerie nooit binnen. Je hebt een goed netwerk nodig, en eigenlijk zelfs contacten met iemand uit de juiste stam.” André Lageweg, directeur internationale projecten bij Van den Berg Bouwkundigen, beaamt dat volmondig. “Het was moeilijk om voet aan de grond te krijgen. Als je vijftig mensen kent, dan kun je met vijf van hen misschien echt werken. Het heeft ons bijna drie jaar gekost.”
Van den Berg Groep ontwikkelt met een grote Koerdische partner het project Dutch Delta City: vijf luxe woontorens in Erbil. En doet daarbij veel meer dan de bouwvoorbereiding waarin het bedrijf gespecialiseerd is. “Om onze organisatorische meerwaarde te laten zien, want in Koerdistan wordt nauwelijks gepland. Je begint gewoon, daarna kijk je of het past. Men accepteert dat het soms fout gaat.” Daarom doet Van den Berg Groep ook de aanneming, verkoop en het onderhoud. Net als Fijen wil de Van den Berg Groep het werken met lokale krachten stimuleren: “Als je alleen werkt met krachten uit Turkije, dan verandert er nooit iets. We leiden op en begeleiden, en sturen zelf iemand die toezicht houdt op de kwaliteit.”
Hij stelt vast dat het werken in een andere cultuur flexibiliteit vereist. “Koerdistan wil een sprong voorwaarts maken, en bouwen met veel glas zodat gebouwen luxe en exclusiviteit uitstralen. Je luistert naar de lokale partners en past je aan. Ons hele team is in Koerdistan geweest om te leren hoe men er bouwt en leeft. Daarom hebben we bijvoorbeeld niet voor elektrisch koken gekozen, maar de keukens uitgerust met de lokaal gebruikelijke gasflessen.”
Wat bedrijven tegenhoudt, is vooral het imago dat Koerdistan Irak is, en dus onveilig. Beide ondernemers benadrukken dat beveiliging niet nodig is. Ze reizen zonder bewakers of escortes. “Het is jammer dat Koerdistan en Irak op een hoop worden gegooid. Om die reden hebben wij meegewerkt aan een reisgids over Koerdistan die binnenkort moet uitkomen”, zegt Lageweg.
Babylon Brandy
Brandy maken in het islamitische Irak, dat is waar Bo van Elzakker uit Driebergen sinds drie jaar aan werkt met de Nederlands-Irakese christen Saad Yacoub. Elzakker kwam in Irak om ecologische vruchtensappen te produceren. In het christelijke Al Kosj kwam bij een boer zijn eigen brandy op tafel en was het idee geboren voor Babylon Brandy.
In het huis van Yacoubs grootvader hebben ze met distillatie-apparatuur uit Nederland een fabriekje opgezet en produceren duizend liter per jaar, zo’n 1300 kruikjes. De productie moet omhoog naar 5000 liter. Een Koerdische exportvergunning is inmiddels afgegeven, maar ze voorzien problemen omdat Al Kosj strikt genomen onder Mosoel valt. Daar hebben radicale soennitische moslims het voor het zeggen en bij hen is alcohol verboden.